Etappe 20 – 22 “Raised Spirits”

Etappe 20 – 22 “Raised Spirits”

juli 28, 2021 Uit Door dereizendetherapeut

– Leestijd 8 min –

Etappe 20. ‘T Heike – Camping ‘Natuurplezier’

“Men kan niet tweemaal in dezelfde rivier stappen.”

Heraclitus

Om 6.30 ben ik al op en om 8u ben ik al in de benen. Het is een zonnige dag met sluierwolken, warm en benauwend. Fysiek voel ik me best goed, maar mentaal heb ik het zwaarder. Al meer dan een week loop ik elke dag en hoewel en leuke en verrassende afwisselingen tussen zitten, merk ik dat ik meer aan mijn familie en vrienden denk– oh, wat kijk ik ernaar uit om ze in een dikke knuffel te sluiten.

Het pad loopt langs boeren velden en boomplantages, voor het overgaat in bos, waar muggen, vele muggen zich te goed proberen te doen aan mijn rijke vloeistoffen. In een rap tempo baan ik mij een weg door het bos en loop ik Grubbenvorst binnen, stap op het pondje, die mijn naar Velden over vaart.

In Velden, loop ik langs een enorm tuincentrum en besluit om een kijkje binnen te nemen. Rijen en rijen aan planten, bloemen, groenten, bomen, struiken, potten en tuinversiering– alle kleuren en geuren zijn een genot voor de zintuigen.

Verder naar de eerste grote stad van Limburg, Venlo. Langs de Maas, zijn de het hoog water nog goed zichtbaar. In het centrum neem ik plaats op het terras van het centrale plein en bestel een boeren yoghurt met banaan, granola en honing en een kop koffie.

Het is nog maar net middag en om mijn aankomst in Limburg te vieren, bestel ik een Limburgse vlaai, waar ik lang van geniet, terwijl ik aan mijn blog schrijf. Eenmaal na tevredenheid te zijn uitgerust en opgeladen, loop ik verder het centrum door, koop nog wat noten bij de notenboer en avondeten bij de super.

Ik ben al 20 min van het centrum vandaan, boor ik abrupt blijf staan. Het is nog maar twee uur en als ik nu al doorloop naar de camping, heb ik nog de hele namiddag en avond daar in te vullen– niet waar ik zin in heb. Dus, ik loop terug en stap het Limburgs museum binnen.

Het is nog maar sinds kort dat ik musea echt gaan waarderen, maar de tentoonstellingen van het Limburgs museum, heeft mijn interesse echt gegrepen.

Werktuigen, sieraden, keukengerei, potten, wapens van de steentijd, door de Romeinse tijd, naar de vroege middeleeuwen; religieuze veranderingen, opgelegd door de, op dat moment regerende leiders; verhalen van de molukkers in Nederland; award winnende, actuele fototentoonstelling en een auditief verbeeldend verhaal over de Maas en zijn macht over het geven en nemen van leven– om sluitingstijd stond ik pas buiten.

“History doesn’t repeat itself, but it does rhyme.”

Mark Twain

Nog 10 km te lopen naar de dichtstbijzijnde camping aan het pad, wat een lange weg door winderige naaldbossen loopt. Ik heb de camping al laten weten dat ik laat aan zou komen, maar onderweg, kom ik een potentieel wild kampeerplek tegen en annuleer mijn aankomst– te vroeg.

Bij nadere inspectie, blijkt het plekje omringt te zijn met paden, vanwaar je mijn felblauwe tentje, direct zou spotten. “Er ligt nog een flink stuk bos tussen mij en de camping, ik kom vast nog een geschikte plek tegen.”

Tevergeefs, overal is er onder begroeiing, afvalhout en verderop zelfs stijle hellingen, waar ik met geen mogelijkheid mijn tentje zou kunnen opzetten. De camping it is en na anderhalf uur kan ik eindelijk mijn rugzak van mijn schouders laten zakken en al lachend over mijn verhaal, word ik ingeschreven door de eigenaresse.

Mijn tent staat nog maar net en ik wil net aan mijn diner beginnen, als de donder weer over mij heen trekt. Ik vlucht naar binnen en vanuit de deuropening van mijn tent, bereid ik mijn avondmaal, lees en val in slaap.

Etappe 21 Natuurplezier – ‘Van Kempenhof’

Om 10u vertrek ik– een korte afstand vandaag naar het dorpje Melick, schuin onder Roermond. Een eentonig stuk, tot het dorpje Swalmen. Hier loop ik zowaar tegen de swag-store van een van onze Nederlandse sporthelden aan– Max Verstappen! Toch leuk om even te kijken. Er staat een F1 auto in de zaak, meerdere helmen en een race outfit– een klein man van stuk.

Bij de bakker haal ik broodjes en bij de supermarkt eten voor vanavond, pindakaas en een banaan, waarvan ik de laaste twee, samen met de broodjes op en bankje in het centrum opeet. Dan trek ik verder, in een wijde boog om Roermond heen, waar ik, door naar een uitkijktoren te lopen net van het pad af, langs pruimenbomen loop. De rijpe pruimen liggen voor het oprapen! Ik snoep een paar naar binnen en neem een hand vol mee.

Een paar honderd meter verderop, trekken drie valkjes mijn blik. Ik stop, pak mijn verrekijker en geniet van de gracieuze luchtmaneuvres. Twee van het trio, vliegen geleidelijk uit het zicht, maar één blijft op een klein afstandje boven het korenveld hangen, biddend in de lucht, zijn blik zoekende.

Op dat moment, vangt zijn blik gewoel tussen de koren. In één vastberaden, beheerste duikvlucht zakt hij naar de aarde, tot hij op het laatst, zijn vleugels strak langs zijn romp trekt en versneld, in de laaste aanvalsduik– een aanval om door een ringetje te halen. Het verbaast mij niets, maar toch ben ik blij verrast als hij weer opstijgt met een prooi in zijn klauwen.

Al vliegend, knabbelt hij aan zijn maal en vliegt naar een boom vlak naast mij. Hij land tussen de takken, maar verliest daarbij zijn buit, die naar de grond valt. De valk doet nog een verwilderde poging om zijn maal nog te grijpen, maar geeft op en hervat zijn jacht boven de velden.

“The reason birds can fly and we can’t is simply because they have perfect faith, for to have faith is to have wings.”

J.M. Barrie

Getrakteerd op dit schouwspel, wandel ik met plezier verder; heb een perfecte timing om te kunnen schuilen voor een flinke wolkbreuk; krijg alsnog een stevige bui daarna over me heen; en koop net voor de camping zes eieren voor €1,20 bij een straatkraampje; waarna ik mijn bestemming bereik.

Ik loop het campingterrein op en ik schiet in de lach van verrassing. Het is dezelfde camping als waar ik een jaar geleden heb gestaan met een goede maat, toen wij een weekend met een camper zijn gaan toeren naar ‘De Roer’. De dame van de camping herinnert ons verblijf, gezien wij met een nogal opvallende camper op pad waren (opgedirkt als koe, met grote fopogen op de deur).

Ik zet mijn blauwe kasteel weer neer; wacht tot er nog een bui voorbij is getrokken; kook mijn maal en ga binnen in de huiskamer van de camping zitten, om wat te schrijven en lezen; kom met een stel in gesprek, die een flinke fietstocht achter de rug hebben en waarvan de man jarig is; en wordt in mijn fysiotherapie rol gedwongen als ik zeg waarom ik op pad ben– “ik heb hier last, wat kan ik het beste doen?”

Etappe 22. Kempenhof – Boerderij-Camping ‘Pepinushof’

Vanaf Melic loop ik, over bekend terrein, langs de roer naar Sint-Odiliënberg, waar ik een kijkje neem bij de fraaie Basilisk, die helaas is gesloten. In het volgende dorp Montfort, bezichtig ik het gelijknamige kasteel, waar ze leuke middeleeuwse spelletjes hebben staan, die je ook echt kan spelen– ben er nog best goed in ook.

Het is subliem weer om te wandelen– zonnig, maar niet te warm, met een koel briesje en eilandjes van grote en kleine wolkenformaties. Toch hoef ik niet ver vandaag en neem ik rustig de tijd, om de omgeving in mij op te nemen. Op mijn reis ben ik al meerdere bramen struiken tegen gekomen, maar de vruchten waren toen nog lang niet rijp.

Nu heb ik geluk en loop ik langs een flinke strook met hier en daar al een exemplaar die rijp is voor de oogst. Een aantal krassen op mijn benen later, heb ik mijn drinkfles voor tweederde gevuld met de zoete traktaties.

De dag loopt voorspoedig en ik heb alle tijd om de volgende slaapplek te bereiken. In een stuk grasveld met hele hoge sprieten, ga ik op mijn rug liggen en staar ik naar de felblauwe lucht met zijn witte en grijze wolken. Een heerlijk rustmoment waarin de zwaluwen hoog in boven mij door de lucht zoeven en dwarrelen. Dank voor de tip Esther!

Een navigatie fout, brengt mij bij een andere camping dan ik gepland had. Een heerlijk kleine boeren camping, in plaats van een grote familie variant wat verderop. Tent op, even liggen en een yoga sessie in de zon.

De dichtbijzijnde winkel is vier kilometer verderop in het dorp, en heb geen zin om op en neer te lopen. Dus ik vraagen aan de buurman voor een bakje yoghurt in ruil voor een paar van de vers geplukte bramen– de vriendelijkheid en het geluk in delen, is onbetaalbaar.

Daar zit ik nu, een van de laaste blogs te schrijven van het Pieterpad. Het is niet ver meer.