Etappe 12 – 16 “Een Zucht van Verlichting”
– Leestijd 8 min –
Zoek de kleine dingen die aan het leven vreugde en voldoening geven.
Cunfusius
Etappe 12. Zuurberg – Camping ‘Goldberg’
Het is nog geen 7u als ik wakker word. Mijn ochtendroutine begint een vast ritme te worden en tegen half 9 ben ik klaar om te vertrekken. De bosbessen die ik teveel heb geplukt, stop ik in het lege pakje yoghurt van gister en zet ik bij bij de voordeur van de campinboerderij– de eigenaresse en haar man zijn over twee dagen 45 jaar getrouwd!
De richting vandaag, Vorden. Het is weer een prachtige dag om te wandeldag en al snel zitten de eerste kilometers in de benen. Op een kruispunt, word ik aangesproken door een vrolijk dame van ongeveer mijn leeftijd, of ik weet welke richting Laren op is.
Elke andere plaats en had had geen flauw benul en gehad en was op “geen idee, ik kom niet van hier” uitgedraaid, maar dit is een kat in het bakkie. “Daar loopt het PP en ik ook heen, deze kant op. Zin om mee te lopen?” En voor we het weten, vragen we elkaar de oren van het hoofd en vliegen de kilometers aan ons voorbij. We delen onze lunch en komen door een navigatie fout toevallig langs de dikste eik (of zelfs boom) van Nederland.
Al aan het begin van de middag zijn we al in Laren. Zij moet nog verder naar Zutphen en ik besluit maar aan de volgende, korte etappe naar Vorden te beginnen. Na samen nog een cappuccino te hebben gedronken, nemen we afscheid en vervolg ik het pad– de middagzon straalt en ik straal even hard mee.
De middagetappe verloop even spoedig, en aangekomen, zet ik de tent op camping Goldberg op; beoefen een rustige yoga sessie; maak een maaltijd champignons met vega wokreepjes; en ga met de billen bloot voor de buurman– even controleren of er geen teken van mijn verblijf in de bossen zitten. Vol en voldaan stap ik in mijn slaapzak, al zin in de verassingen van morgen.
“Zoals een bloem de zon nodig heeft om bloem te worden, zo heeft een mens de liefde nodig om mens te worden.”
Phil Bosmans
Etappe 13. Goldberg – Camping ‘Bruggnick’
Net als de meeste afgelopen dagen, begint ook deze weer stralend. In Vorden, haal ik bij de bakker een kopje koffie en twee waldkorn croissant– een voor nu en een voor onderweg en ik loop het dorp uit.
De eerste bezienswaardigheid is Kasteel Vorden, waar mijn ouders deze zomer ook zijn geweest. Een prachtig kasteel waar je waarschijnlijk heerlijk kunt zitten voor lunch en een drankje, maar niet op maandag en het is… natuurlijk. Hier kom ik ook Bas tegen, de mannelijke helft van een stel die op hetzelfde veldje op de vorige camping stonden. Zij loopt en hij rijdt met het camperbusje als support mee.
Tijdens deze etappe zit ik heerlijk in mijn vel en heb een ‘oergevoel’. Alle frustraties, onzekerheden en twijfels liggen achter mij en ik voel mij volkomen in mijn element. Ik speel alsof ik een mountainbike ben op het paralel pad met de officiële route, een boeren weg en… loop verkeerd.
Niet erg!– al hebben mijn schouders daar wel wat moeite mee. Ik ben nog ver afgedreven van het pad en mijn detour, brengt mij langs mooie boerderijlandschappen. Waar ik het pad weer kruis, bevindt zich een golfbaan waar ik een kop thee bestel en met blote voeten onderuit ga liggen op het bankstel, om ongegeneerd uit te rusten.
Ontspannen hervat ik de reis en loop door kleine landerijen met mooie eiken in de veldjes, goed onderhouden hekwerk om de akkers en simpele, maar vriendelijk ogende boerderijen en woningen. Bij een kraampje aan de weg, haal ik een broccoli voor €0.50– had ik al twee dagen zin in! En na een volle dag, kom ik op een schattig, kleine camping Bruggnick aan.
Zo als gewoonlijk weer de tent, en wat yoga, waarna ik mijn spullen voor het eten bij elkaar raap en naar de gezamenlijke picknicktafel van de camping stap. Mijn pannetje is zeer geschikt voor solo of duo backpacktrips, maar niet bepaald berekend op grote groentemaltijden.
Na wat aankloten, besluit ik toch maar te verplaatsen naar de campingkeuken, die binnen is, om mijn maaltijd af te maken. Met een volle pan, stap ik weer naar buiten in de avondzon en geniet van een bijzonder goed gelukte maaltijd met ui, champignons, zongedroogde tomaatjes, mosterd en meer– recept gaat volgen!
Etappe 14 & 15. Bruggnick – Wildkamperen ten zuid-westen van Braamt
Mijn lichaam begint het zwaarder te krijgen na zeven dagen (of zijn het er alweer 8?) met volle bepakking te hebben gelopen. Vandaag nog en morgen wordt een rustdag, besluit ik.
Ik ben nog maar net vertrokken en kom een bekende passante tegen. Marion, de vrouwelijke kant van het stel (Bas en Marion), die ik op camping Goldberg al sprak. We trekken samen op en Marion en ik praten veel– nouja, vooral Marion. Ze loopt het pad voor een goed doel: vrouwen met, of hersteld van borstkanker, die geen geld hebben om op vakantie te kunnen. Zelf heeft ze ook borstkanker, maar laat zich er duidelijk niet door kisten!
In Braamt nemen we afscheid van elkaar. Op een klein terras, drink ik thee drink en kijk ik op de kaart wat de mogelijkheden zijn voor mijn overnachting.
Mijn oog valt op een camping net over de Duitse grens, waar ik ook mijn rustdag zou doorbrengen. Het pad loopt door het bos verder en out of de blue, schiet er een idee door mijn hoofd: dit is een ideale plek om te wildkamperen en besluit de daad bij de gedachte te voegen. Ik vindt een geschikte plek…
Ik mediteer, eet het restje van die verrukelijke broccolimaaltijd, maak een rondwandeling in het bos en rits met zonsondergang mijn tent dicht– mijn eerste nacht echt wildkamperen.
Rustdag. Bos Braamt – Elten ‘Hotel Wanders’
Na bijna het klokje rond te hebben geslapen en weer tas-tetris heb gespeeld, begint mijn korte wandeling naar een camping die net over de Duitse grens ligt. Onderweg kom ik, vlak voor Elten, Marion weer tegen en we lopen een klein stukje samen op. Onze paden scheiden elkaar snel weer, want ik kom een bord ‘pannenkoekenhuis’ tegen– “ohh yes!!” Zegt mijn maag. Een goed begin van mijn rustdag.
Aangekomen bij de camping, blijkt dat geen camping voor tentjes meer te zijn. Ik hoef niet lang na te denken en loop naar het dorp Elten voor een hotel of B&B. Niet veel later steek ik de sleutel in het slot van kamer 17 in Hotel Wanders en stort neer op het bed van 2m– met een voetbord.
Ik slaap, snack en lees wat waarna ik het dorp rondloop, opzoek naar een leuk eettentje. Schuin tegenover Wanders beland ik bij een tentje Wirtshaus en is mijn diner een schnitzel met gorgonzola saus en champignons. Bij de super, haal ik nog een reep chocolade en ga terug naar mijn kamer, lees, kijk een aflevering van een serie, knip het licht uit en doorleef een bijzondere nacht.
“Men moet eten om te leven, niet leven om te eten.”
Socrates
Etappe 16. Wanders – Camping ‘Wylerberg’
De zon is nog maar net op als ik wakker word. Ik neem alle tijd voor mijn ochtendritueel en tegen zevenen, loop ik naar het ontbijtbuffet. Een bakje yoghurt met musli, jam en fruit en een vers afgebakt bolletje met komijnenkaas, getopt met een eitje en cherrytomaatjes, is mijn ontbijt.
Ik stap de frisse zonnige morgen in en begin met lopen– een lange dag voor de boeg.
Halverwege de ochtend doemt de eerste van de twee grote rivieren, de Rijn, voor mij op en wat is hij groot! Schepen varen af en aan, waarbij de boten die stroomopwaarts gaan, haast stil lijken te liggen tov. het zeegaande verkeer. Bij Tolkamer stop ik voor een cappuccino op de kade, waarna ik het pad vervolg richting het pondje naar Millingen.
Maar dat valt in het water, of beter, het pad staat onderwater. Het pondje vaart, maar om er te komen, moet ik anderhalf uur omlopen, waar ik toch een beetje de pest in heb. Na een lang stuk dijk en een gelukkige afsnijroute, kom ik bij het pondje, die toevallig net komt aanvaren– dat tref ik dan wel weer.
Eenmaal over, haal ik in Millingen een blikje groente en wilde zalm wat ik samen met wat mosterd, tegen een boom in een parkje naar binnen werk. Hoewel ik een rustdag heb gehad, voelen mijn schouders beurs en wil het tempo en ritme er niet in komen.
Toch heb ik nog een flink stuk voor de boeg , dus ik zet stug door. Het einde van deze etappe is in Schoonbeek, maar het dorpje Beek-Ubbergen, wat er net voor ligt, vind ik ver genoeg voor de dag.
Het geheim van humor is verrassing.
Aristoteles
In de staart van de etappe loop ik nog tegen een aangename verrassing aan: de duivelsberg– perfect, na zo’n dag als vandaag, just soldier on! Op de top, is er wel een onverwachte beloning in mijn schoot geworpen: de dere 100km zijn onder mijn voeten doorgetrokken.
“Goedenavond, ik zoek een trekkensplekje voor de nacht, is dat mogelijk?” (Bij elke vorige camping was dit een formaliteit, want er was altijd plek voor een trekker). “Nee, ik zit helemaal vol. Ik probeer het overal aan te geven: reserveer vantevoren, op de site en op de voicemail. Ik heb er al meerdere weggestuurd”
Daar sta ik, met 25km in de benen en een rugzak van 23kg op mijn rug. Ze gooit nog wat argumenten over wachtrijen bij de douche en de overheid die kan komen controleren op en de hoop zakt mij in de schoenen.
Maar dan toch, ze draait bij en geeft mij op een camperplek tot mijn beschikking– uiteindelijk kon ze het niet over haar hart verkrijgen om mij weg te sturen. Ik maak een ‘zucht van verlichting’– wat was ik blij! Vandaag op het menu: venkel met ui, paprika, rode peper, knoflook, oude kaas, mosterd en zonnebloempitten.