Dag 19… 21 Terschelling Deel 2. “Een Breekpunt”

Dag 19… 21 Terschelling Deel 2. “Een Breekpunt”

juni 18, 2021 Uit Door dereizendetherapeut

– Leestijd 12 min –

Zoek niet naar vrede. Zoek niet naar een andere staat dan die waarin je je nu bevindt; anders krijg je een innerlijk conflict en een onbewuste weerstand. Vergeef jezelf dat je geen vrede hebt.

Eckhart Tolle

Dag 19. Mentaal Conflict, Verkassen & Diner met Jos

Het is een grijze, natte ochtend en ik zit niet lekker in mijn vel. Wanneer het droog is, begin ik, zonder veel nadenken, in de richting van West-Terschelling te lopen. Ik ga een advertentie in de jachthaven ophangen, met de vraag voor een overtocht naar Ameland– maar mijn hoop hierop is zo grijs als de ochtend.

Het is momenteel de enige manier om niet via het vaste land verder te komen, gezien de toeristenvaart pas later in het seizoen start.

Hoewel ik ogenschijnlijk als een zeker persoon overkom, speelt onzekerheid nog geregeld in mij rond– dat is al een paar dagen zo, maar zeker vandaag. Ik sta al vijf dagen op dezelfde camping en loop voor de zoveelste keer deze route (andere routes naar het westen zijn langs hoofdwegen, of door de polder, ook niet geweldig) en ten oosten zijn er niet veel meer dan kale duinen en de Boschplaat.

Ter hoogte van Midlands is het oorlog. “Mijn voeten zijn nog niet gewend aan mijn nieuwe schoenen; W-T is nog een uur lopen en daarna, is het weer twee uur teruglopen naar mijn tent– dat gaan mijn voeten niet waarderen; het oostelijke deel van het eiland heb ik intussen wel gezien, het wordt tijd om naar het volgende eiland te gaan, dus ik wil verkassen; die advertentie in de haven gaat toch niets opleveren; waarom heb ik vanmorgen mijn kamp niet meegenomen?” De gedachten razen in mijn hoofd.

Uiteindelijk bereikt de frustratie zijn toppunt. Ik staak mijn expeditie naar W-T; sla af naar Midlands; koop een portie kibbeling; krijg uitleg dat augurk bij haring is bedacht door de Amsterdamse visboer, om de ‘ranzige smaak’ te verdoezelen als de vis al een dag in de ton heeft gelegen; drink een slappe cappuccino, reserveer een overnachting op een camping een dik uur westelijk van mijn huidige locatie; en besluit om met de bus terug te keren naar Hoorn– ik kon het niet opbrengen, om hetzelfde stuk weer te gaan lopen.

Bij Dennedune aangekomen, raap ik mijn spullen bij elkaar en ga, toch maar weer wandelend, naar het westen. Aangekomen bij camping ‘De Kooi’, is de oorlog in mijn hoofd tot een wapenstilstand gekomen– hopelijk houdt die stand. Ik besluit om twee nachten te verblijven, om wat tot rust te komen en zodat ik dan de ‘Groene Strandjes’ en het dorp nog kan verkennen.

Het is al tegen het eind van de middag en ik heb niks voor avondeten geregeld en ook weinig zin om te koken. Dus, google maps: ‘restaurants’ en eens zien wat er te halen valt. De opties: een pizzeria 30 min verderop en het campingrestaurant. De pizzeria, krijgt sinds een aantal maanden maar matige recensies– nieuwe eigenaar wordt er beweerd. Goed, we gaan voor camping eten, scheelt ook weer lopen.

Ik kom, nagenoeg tegelijk, met een oudere man bij het terras aangelopen. De bediende, een jonge dame, loopt naar ons toe en vraagt of we een tafeltje voor twee willen. Lachend kijken we elkaar aan en zeggen dat we niet bij elkaar horen, maar iets in mij doet zeggen: “Al lijkt me dat wel gezellig!” en de beste man stemt in.

Jos blijkt voor een paar dagen op het eiland te zijn, waar hij minimaal jaarlijks samen met zijn vrouw komt. Dit keer was zijn vrouw verhinderd wegens een nieuwe werkopdracht, maar het goede weer lokte Jos, om het weekend zelf te gaan. 

Onder het genot van een biertje vooraf, vertel ik over mijn reis. We bestellen ons diner en terwijl we van onze vega maaltijden genieten, praat Jos over zijn passie voor Indonesische kunst, zijn opleiding als historicus en werk bij een museum.

We bestellen een desert, een Special Coffee en we eindigen binnen aan de bar (voor het eerst weer mogelijk, sinds de lockdown)– ik met een likeur, hij met koffie. Ons gesprek duikt snel de diepte in en we delen levenservaringen, praten over persoonlijke zelfontdekking en discussiëren over maatschappelijke vraagstukken– alsof we al jaren bevriend zijn. 

Jos, dank je voor je hartelijkheid en gezelschap.

Dag 20. West-Terschelling & Groene Strandjes

Ik wordt vroeg wakker, met een licht zeurtje in mijn hoofd en besluit toch maar een advertentie in de jachthaven op te gaan hangen– je weet maar nooit.

Na een half uurtje lopen, kom ik erachter dat ik mijn portemonnee ben vergeten– de wapenstilstand begint te rammelen. Bij de jachthaven aangekomen is de havenmeester zeer vriendelijk en print vijf exemplaren van mijn advertentie uit, waarvan er een bij de receptie komt te hangen een ander bij ingang van de haven en de rest verspreid ik over een paar lantaarnpalen langs de kade.

In de middag loop ik een grote ronde over de Groene Strandjes. Een stuk ‘off road’ duinen op zwoegen en al zandsurfend, van de steile stukken weer naar beneden– na die dagen van frustratie, voel ik mij weer heel even kind.

Ik sluit de dag af, met zwemmen en eten aan de plas, net buiten de camping en lig al op een oor als de zon ondergaat– morgen zal ik bij zonsopkomst opstaan, om de eerste boot naar Harlingen te nemen.

Dag 21. Vroeg op, Gebroken Reis & Ameland

De afgelopen dagen was ik veel in conflict met mijzelf. Planning, tijd, doelen, doelloosheid, frustratie– alles passeerde de revue.

Wadlopen gaat niet; mijn advertenties bij de haven en het dorp hadden niets opgeleverd (veel te laat opgehangen natuurlijk) en alle vezels in mijn lichaam willen van dit eiland af. De enige keuze: 43KM lopen tussen Harlingen en Holwerd, wat me anderhalf dag en zere voeten kost, of een halve dag met het OV.

Ik hak de knoop door: ik pak de boot naar Harlingen, de trein naar Leeuwarden; de bus naar Holwerd en de boot naar Ameland. Het idee was om alles te lopen, maar mijn mentale weerstand heeft een dal bereikt. Alleen op pad, met hoge verwachtingen, is vragen om confrontatie met jezelf. Dat had ik wel verwacht, maar pas later en ik achtte mezelf sterker om het de kop te kunnen bieden– niet dus.

Ik zet mijn gedachten op 0 en onderga de reis naar Holwerd. Samen met een lading brugklassers, stap ik aan boord van de veerboot en plof neer op een van de banken. Op de boot schrijf ik dit deel van mijn blog.

Terwijl ik dat doe, komt het gevolg van mijn beslissing hard binnen. “Ik heb gefaald, ik heb mijn reis gebroken! Waarom heb ik dit gedaan!? Om één volle dag te sparen? Nee, ook om de benen en voeten te ontzien. Maar toch, die zouden na een dag rust alweer behoorlijk zijn hersteld”.

Ik word geconfronteerd met hoe gejaagd en onrustig ik eigenlijk ben. Alsof ik me aan een planning moet houden, niet langer weg mag zijn. Maar van wie niet en waarom zou dat niet mogen? Ben ik iemand iets verplicht? En is dit een teken van opgeven of niet doorzetten? Iets wat, in andere vormen ook wel eens eerder is gebeurd. Ik parkeer het even en…

Na een bewogen reis, zet ik voet op Ameland waardoor ik me gek genoeg direct een stuk rustiger voel. Voor ik koers zet naar de camping van staatsbosbeheer, stap ik eerst het kantoortje van de havenmeester binnen– deze keer ga ik het anders doen.

“Je mag wat mij betreft een advertentie ophangen, maar je kunt beter bij de boten langs gaan en persoonlijk vragen, heb je zeker meer kans”. Dat advies geeft mij de moed om op de man af te gaan vragen. Helaas, niemand die ik spreek heeft Schiermonnikoog als bestemming, maar de reacties op mijn reis en missie, zijn zeer positief.

Hoewel geen overtocht, heb ik op dat moment wel wat anders gevonden: een ongegrond vooroordeel over mensen met een boot en een extra stuk zelfverzekerdheid.

Toch voel ik me nog niet lekker en terwijl ik het dorpje Nes inloop, besluit ik om mijn beste maat te bellen voor morele support– geen gehoor. Dan moeders proberen. Ze neemt op en ik stort mijn hart uit over ‘de breuk in mijn reis’. Ze hoort me aan, stelt me gerust en na tien min, hangen we op. De wereld is niet perfect en mijn reis nu ook niet– er valt een last van mijn schouders.

Net, wanneer ik de eerste tenten van de camping in de verte spot, loop ik langs twee oudere dames, die heerlijk aan het genieten zijn van een kop thee in de middagzon. Een ogenblik later, zit ik naast Sypie en Rinie op het bankje en krijg een kop thee en musli reep in mijn handen gedrukt.

We voeren een gesprek over hoe de omgang met elkaar is veranderd in de tijd en de samenleving als maar meer gejaagd raakt en minder persoonlijk lijkt te worden, door onze moderne communicatiemiddelen. Hoewel de dames het waarschijnlijk niet door hebben, helpen ze me om het laatste stukje onrust van me af te zetten en we nemen hartelijk afscheid.

Bezield, loop ik het pad van camping ‘Middelpôlle‘ op. Het blijkt een fenomenale camping te zijn! Organisch vormgegeven, met ruime plekken, afgeschermd door bosjes en struiken en ik heb ook nog eens een geweldige plek aangewezen gekregen. In de eerste korte interactie met mijn campingburen, gaat het al over WC rollen– dit zijn mijn soort mensen, hier voel ik mij wel op mijn plek.

In Nes, eet ik bij restaurant ‘Het Witte Paard’ een paddestoelen ravioli en sûkerbrood als toetje. En nog een beetje verslagen, maar rustig en hoopvol voor de komende dagen, kruip ik in mijn slaapzak.

“Een man zonder enige ervaring met de wijsbegeerte zal altijd anderen aansprakelijk stellen voor zijn tegenslagen, een beginnend filosoof zichzelf, een volleerd wijsgeer echter geen van beide.”

Epictetus

Het is gebeurt, ik kan proberen om de breuk op te vullen, door terug te gaan naar Terschelling, een bootje te vinden, of alsnog gaan lopen, maar wat bereik ik daarmee? Het gaat niet hetzelfde gevoel geven, waarschijnlijk zelfs meer frustratie. Ik richt mijn blik vooruit en zet mijn zinnen op Ameland.

Het gaat niet om de perfecte uitvoering van een plan, maar hoe je ermee omgaat als het tegenzit, of anders loopt dan je had verwacht. Ga je bij de pakken neerzitten, veroordeel je jezelf? Of ben je flexibel genoeg om jezelf te vergeven en aan te passen? Kun je (misschien wel sterker) terugveren en de les die erin ligt vinden? Uiteindelijk is dat ontwikkeling.

Mij geeft dit inzicht in hoe ik tijd beschouw en door wie of wat ik de tijd die ik heb, laat leiden. Om ergens te komen, moet je eerst op pad gaan– dat heb ik gedaan. Wat je onderweg ondervindt en waar je uiteindelijk terechtkomt, kun je niet voorspellen of forceren. Wat je wel kunt doen, is blijven lopen, je ogen open houden, om je heen en vooral in jezelf blijven kijken. Oh, en schroom niet om hulp te vragen!!