Dag 22… 24 Ameland Deel 1. “Wonderen der Natuur”

Dag 22… 24 Ameland Deel 1. “Wonderen der Natuur”

juni 21, 2021 Uit Door dereizendetherapeut

– Leestijd 8 min –

“Een mens maakt deel uit van het geheel, dat door ons “het universum” genoemd wordt. Onze taak moet zijn dat we onze cirkel van compassie vergroten, zodat alle levende wezens en de gehele natuur in al haar schoonheid erdoor omvat worden.”

Albert Einstein

Dag 22. ‘Buren’, Natuurcentrum Ameland & Natuurlijke Schoonheid.

Na een diepe slaap, sta ik met een goed gevoel op. Al wandelend richting het dorpje Buren en een uitkijktoren die ik gisteren heb gespot, beoefen ik mijn zelfcompassie.

“Het is niet altijd mijn ware zelf die kiest, soms neemt mijn ego het roer over. Wanneer dat gebeurd kan ik boos worden, of mezelf veroordelen, maar daarmee verhard ik mijzelf en los ik het probleem niet op. Ik bedenk hoe ik een kind in een vergelijkbare situatie zou benaderen en pas dat toe op mezelf– met begrip en liefdevol.

Via een omweg door het bos en een villawijk aan vakantiehuizen, loop ik Buren binnen. Een gezellig dorpje met een standbeeld van Rixt van Oerd, die haar zoon door een storm op zee is verloren. Haar gebroken hart dwingt haar uiteindelijk ook de zee in, waarna er nooit meer iets van haar is vernomen– je hoort alleen nog haar roep om Sjoerd, wanneer de zee woest is door storm.

Ik loop door naar het ‘kraaiennest’. Terwijl ik voortschrijd, trekt een beweging boven mij mijn aandacht. Het blijkt een valk te zijn, die gracieus door de lucht zweeft. Ik stop om te kijken en terwijl ik van zijn pracht geniet, vliegt een ooievaar in hetzelfde blikveld voorbij! Ik sta perplex en neem het moment volledig in mij op. Wat kan de natuur je soms verrassen!

Aangekomen bij de toren, blijkt het een onderdeel te zijn van het ‘Natuurcentrum Ameland‘. Hoewel het al lunchtijd is en ik honger begin te krijgen, koop ik een kaartje– ik heb wel zin in een stukje natuurkennisontwikkeling. Anderhalf uur later en een goede indruk van het eiland van bovenaf, stap ik weer naar buiten. Tijd voor lunch.

Aan een watertje net buiten Nes, zit ik met een heerlijk uitzicht van een broodje te genieten. Het is al even geleden dat ik mijn familie heb gesproken, dus ik bel mijn broer. We brengen elkaar op de hoogte van onze laatste ontwikkelingen en na een extra ommetje, keer ik terug naar de camping.

Ik eet wat, deel een sappige meloen met mijn buren en wordt uitgenodigd door Frank & Malou voor een kopje koffie– samen, praten we de avond weg. Ameland bevalt mij wel.

Dag 23. Vogelen, Activiteiten Plannen, Strand & Zuurkool.

Inmiddels heb ik een sereen, comfortabel tempo aangenomen. Het gejaagde gevoel heeft plaats gemaakt voor berusting en plezier. De ochtend vangt langzaam aan, ik mediteer en beoefen Qigong, alvorens ik een paar broodjes pindakaas naar binnen werk en op stap ga.

Het plan voor de dag heeft zich nog niet helemaal gevormd– en dat bevalt me prima. Ik besluit in de richting van de rode vuurtoren te gaan lopen, die op de westelijke punt van het eiland staat. Het pad voert mij over het midden van het eiland en in korte tijd, zie ik een stel kiekendieven, een valkje en wat ik denk dat een buizerd is, boven de kleine boompjes en heide zweven– op zoek naar ontbijt, of simpelweg om de vleugels te strekken.

Niet veel later, hoor ik een merkwaardig geluid in de lucht: ‘Wwrrrrpp’. Ik speur de hemel af en wat ik zie, doet mijn hart sneller laten kloppen. Wat dat geluid is, zal je snel duidelijk worden.

Verderop, kom ik langs een manege. De edele dieren staan in de kortgegraasde, groene weide en zien er fit en gezond uit. Hmm, ik heb nooit zo stilgestaan bij paardrijden, maar je leeft maar een keer en ik ben in een ondernemende bui!– Ik stap de stal binnen.

Twee vrolijke dames helpen mij, om voor de volgende dag een twee uur durende privé rit te plannen. Als ik iets probeer, dan ga ik er vol voor, zo kunnen ze de rit op mijn niveau aanpassen. En hoewel hoge verwachtingen alleen maar kunnen teleurstellen, zie ik mijzelf al galloperen over het strand.

Ik ben zo goed als in Ballum, dus loop het dorpje in en lunch met avocado, grapefruit en nootjes, op het pleintje voor de Nobel slijterij. Het is een zonnige middag en gezien ik de komende twee dagen weer deze kant op zou gaan, verschuif ik het vuurtoren bezoek naar morgen– de zwembroek is mee en de zee roept.

Op een rustig stuk strand, wat er veel is als je de strandpaviljoens vermijdt, trek ik mijn kleren uit en loop de verfrissende zee in. Terwijl ik de kwallen aan het ontwijken ben, valt mijn mond bijna open van verbazing. Weer één! Een ‘gewone’ zeehond met zwart gevlekte vacht, kijkt mij recht in mijn ogen aan. Dit exemplaar blijft minder lang rondhangen, maar mijn plezier is er niet minder om. Ik tref het wel!

Eenmaal naar voldoening te hebben gebadderd– echt zwemmen zou kunnen uitlopen in een kamikaze actie op een Portugees Oorlogsschip (die zitten hier helemaal niet, maar het klinkt leuk voor de blog), loop ik op mijn dooie gemakje het strand af.

Ik kom weinig mensen tegen, maar even verderop, zie ik een bekend ogend stel in de branding staan, wijzend naar dingen in de zee– waarschijnlijk kwallen. En jahoor, het zijn mijn campingburen. Malou heeft ook al in het frisse water gelegen, maar de kwallen weerhouden haar om nog een duik te nemen. Toch, nadat ik een veilig pad heb gebaand, genieten we beide weer van het verkoelende water.

We nemen afscheid en ik vervolg mijn weg richting de camping. Het weer is uitstekend om in de duinen te gaan koken, dus ik haal mijn keuken op bij de tent en ga opzoek naar een plekje in het zand, beschut van de lichte zeebries. Vandaag op het menu: kruidenzuurkool, met appel, banaan en cranberry’s.

Het is een pan vol, waar ik zeker twee dagen van zou kunnen eten. Terwijl de kool staat te garen, zie ik mijn buren weer lopen en ik besluit ze uit te nodigen voor een ‘diner at see’. Er wordt nog een stokbrood met Franse kaasjes gehaald en terwijl de zon in de zee zakt, smullen we van de heerlijke lekkernijen, op een vijf sterren strand. Weer een heerlijke dag op Ameland.

“Indien ge vreugde wilt vermenigvuldigen, moet ge haar delen.”

Pytagoras

Dag 24. Paardrijden, Afkoelen, Vuurtoren en een ‘Lange Weg Terug’.

Wat heb ik zin in vandaag! Ik ga een nieuwe ervaring opdoen. Na mijn ochtendroutine, stappen Malou en ik op de fiets naar de manege. Malou wilt graag de manege bekijken en een stukje fietsen kan nog net. Het is in elk geval geen gemotoriseerd voertuig– daar wil ik nu echt van weg blijven.

Bij de stallen zoek in een goed passende helm uit en voor ik het weet, zit ik op een zwarte hengst genaamd “Kees” en stappen we het erf af. Ik krijg aanwijzingen hoe ik de teugels moet hanteren; mijn voeten in de beugels moet plaatsten; en onder een strakblauwe lucht en brandende zon, stappen we door de duinen richting het strand.

Nog voor we het strand bereiken, vraagt mijn instructrice (haar naam ik ben vergeten), of ik klaar ben voor mijn eerste stukje draf. “Jazeker, daar heb ik al naar uitgekeken”, zeg ik. Ze spoort haar paard aan en Kees volgt. Oei, dat valt nog niet mee, mijn voeten glijden in de beugels en ik hos a-ritmisch op het zadel.

Al stappend, rijden we het strand op. Kees mag hier niet draven, omdat hij op hol zou kunnen slaan. Volgens mijn instructrice is hij ‘verpest’ door een strandrace en eenmaal aangespoord, zal hij doordraven en haast niet te stoppen zijn– na de drafervaring van zojuist, haal ik het wel uit mijn hoofd om haar advies in de wind te slaan.

De daaropvolgende stukken draven in de bossen gaan mij een stuk beter af en aan het eind van de rit, zit ik zelfverzekerd in het zadel en filosofeer al over de mogelijkheden om met een paard de wereld rond te trekken– heerlijk om de geest de vrije loop te laten.

Teruggekomen bij de manege, help ik de paarden afspoelen en terug te zetten in de wei; lunch op hetzelfde plekje in Ballum; en loop door richting de vuurtoren. Onderweg kom ik langs mooie vogelaars plekken en dompel ik me onder in zee om aan de hitte van de middag te ontsnappen.

Het is al later op de middag als ik bij de vuurtoren arriveer. De vuurtoren huist een expositie over de vuurtoren en natuurlijk kan ik die niet voorbij laten gaan– het uitzicht alleen al zal het waard zijn. Zoals verwacht, stellen de vergezichten niet teleur en met een voorproefje van wat ik daar nog meer van zal gaan zien, snel ik me naar de nabijgelegen supermarkt om nog net voor sluitingstijd wat avondeten te halen. Hier kennen ze (gelukkig) nog geen 24/7 maatschappij.

De weg terug is een lange streep door de polder, maar hoewel het lopen eentonig is, geniet ik al dansend en neuriënd van muziek en de langsfietsende mensen, waarvan sommigen mij verontwaardigd aankijken en anderen mij hartelijk groeten– de verschillende reacties weerspiegelen de maatschappij.

De eerste dagen op Ameland doen mij goed en de onderstroom van onrust, is veranderd in een kabbelende rivier van vreugde. Waar ik eerder veel invloed probeerde uit te oefenen op zijn richting, geef ik me al meer over aan zijn beloop en laat ik me meevoeren op de stroming.