De Eerste Stap

De Eerste Stap

mei 15, 2021 Uit Door dereizendetherapeut

– Leestijd 5-7 minuten –

Of, is het een Sprong…?

Ik werk al meer dan acht jaar als fysiotherapeut, in een particuliere praktijk in een sportschool. Een kamer van 10 m², met een paar ramen— geen enkele kan er echter open. Een uitstekende plek, begrijp me niet verkeerd, sommige therapeuten werken in nog minder dan de helft, met alleen TL licht. Volgens de maatschappelijke norm zit ik goed. Toch begint er iets te knagen. Niet het werk zelf, daar geniet ik al van sinds de dag dat ik begon; de klantenpopulatie eveneens niet, het is een kleurrijke mix, wat ik wel leuk vindt; en mijn collega’s evenmin, we schieten goed op met elkaar en mijn werkgever geeft ons veel vrijheden. Dus waarom heb ik half mei 2021 mijn werk opgezegd en ga ik op reis voor ik voor mijzelf start?

Misschien raad je het al. De werkstructuur die wij als therapeuten moeten hanteren, door de constructie van de zorgverzekeraars. Fysiotherapie is een intensief beroep, wat niet alleen fysiek veel kan vragen, maar ook mentaal, gezien wij ook coach en soms een halve psycholoog zijn— het gezegde luidt niet voor niets ‘Lichaam & Geest’. Elk half uur zien wij een klant, en op een achturige werkdag zijn dat dus 16 personen. Ik wil niet overkomen als een verwende ‘millennial’, die maar drie dagen in de week wilt werken en daarnaast alleen maar naar festivals gaat. Ik ben jong en gezond, en kan de intensiteit prima aan, maar… ook tot mijn pensioen en in deze vorm? En is er niet een betere werkstructuur mogelijk?

Als fysiotherapeuten zijn wij verplicht om nascholing te volgen. Zodoende heb ik me in 2016 ingeschreven bij een cursus van een Amerikaanse therapeut, die zich heeft gespecialiseerd in Feldenkrais en oosterse beweegvormen zoals Yoga en Tai Chi. Niet wetende wat ik precies moest verwachten, begon ik met 23 andere therapeuten aan de eerste dag, van vier. Wauw… wat is hier gebeurd— dacht ik, nadat ik aan het eind van de laatste dag naar buiten stapte. Mijn hele beeld van de functionele anatomie was compleet op zijn kop gezet. Maar het was zo logisch, zo natuurlijk— dit is hoe het menselijk lichaam van nature hoort te bewegen. Ik heb geen tijd verspild en ben de volgende module van vier dagen gaan volgen en daaropvolgend, ben ik negen keer naar Amerika afgereisd voor het certificatie programma voor Orthopedisch Beweeg Specialist.

Over de diepere inhoud van deze methode, kom ik in een toekomstige blog op terug. Wat voor nu belangrijk is, zijn de vier regels van optimaal bewegen, waar deze methode op stoelt en die ik voor mijn eigen conceptontwikkeling gebruik.

  1. Gewicht dragen in het skelet
  2. Proportioneel gebruik van synergisten (samenwerkende spieren in een functie)
  3. Gepaste verdeling van beweging
  4. Minimaliseren van overtollige moeite

Dit zijn de vier regels geworden waarmee ik op pad ga— ik heb ze alleen wat aangepast op het leven in het algemeen.

“Als je vertrouwen hebt, hoef je niet de gehele trap te zien om de eerste stap te zetten”

Martin Luther King
  1. Vertrouwen in de menselijke biologie

Wat draagt mij, wat is mijn skelet? Natuurlijk, dat is mijn biologie, het voertuig waarin ik mij begeef en beweeg. Ik gebruik de term ‘skelet’ hier met een bredere betekenis. Ons fysieke lichaam is een indrukwekkend staaltje techniek, met op voorhand bepaalde inhoud en geweldige functionaliteit. Dit apparaat huist talloze processen, waar wij in het dagelijks leven vaak totaal niet bewust van zijn. Zouden we dit wel zijn, dan loopt ons hoofd over van de hoeveelheid informatie die we per moment moeten verwerken— laat staan dat we ruimte overhouden voor creativiteit en andere denkprocessen. In het menselijk lichaam huist dus een vorm van autonoom intellect, wat veel processen voor ons verzorgd, zonder onze bewuste invloed. Maar, wat is zijn volle potentie en hoe benut je die? Waarmee vergroot je het vertrouwen en inzicht van zijn kennis? En hoe optimaliseer je dit apparaat?

2. Proportionele organisatie van processen en activiteiten

Welke processen in mijn leven ondersteunen elkaar, en wat zijn een proportionele verhoudingen in een activiteit? Zonder brandstof en circulatie, kan ik niet bewegen; zonder training en werk, vorder ik niet in mijn doel; zonder rust geen herstel. En er zijn nog vele van deze voorbeelden te bedenken op sociaal, financieel, materieel en geestelijk niveau. In deze processen zit een evenwicht en een meest optimale verdeling. Teveel eten en weinig bewegen, brengt de energiehuishouding uit balans. Teveel werken en weinig kwalitatieve rust, kan ons mentaal uitputten. Het een hangt samen met het ander. Dus, wat is de meest optimale organisatie van elke activiteit en hoe passen deze processen zo goed mogelijk in elkaar?

3. Gepaste verdeling van activiteit over tijd

Zoekende naar de definitie van beweging, vind ik: een verandering van plaats, stand of houding in de tijd. Een dag bestaat uit tijd en ik beweeg door de dag heen. Een dag heeft dagdelen, elk dagdeel heeft zijn eigenschappen en daarmee zijn meest ideale functie. Bijvoorbeeld is het logisch om zware inspanning aan het eind van de ochtend of in de vroege middag uit te voeren, dan laat in de avond voor het slapen. Een groot gewricht kan meer lasten dragen dan zijn kleinere soortgenoten. Detailwerk kun je beter overlaten aan kleinere spiergroepen, dan hun grotere wederhelft hiervoor verantwoordelijk te maken. Elke structuur en dagdeel heeft dus zijn functie, verander je de rollen, dan is het wachten op problemen. De vraag is dus, wat is het beste moment op de dag voor een specifieke taak? Wanneer is het tijd voor sociale zaken en op welke momenten werk, eet, beweeg en rust je?

4. Minimaliseren van overtollige moeite

Mijn leraar beschreef de plek waar progressie het meest optimaal is, als de ‘Sweet Spot’. Een plek die uitdagend is, maar niet zo zwaar dat je tot het uiterste wordt gedreven— soms is het nodig, maar nooit langdurig. Het moet ook niet te makkelijk zijn, dan wordt ons leerproces niet ten volle geactiveerd en kunnen we op de automatische piloot gaan werken. Dit proces in nauw verweven met de voorgaande regel. Daarbij is intensiteit van twee factoren afhankelijk: de zwaarte van de activiteit en de capaciteit van degene die de activiteit uitvoert. Dus, het gaat om inzicht ontwikkelen in wanneer je teveel inspanning levert, met onvoldoende resultaat. En wanneer maar vooral ook waar en hoe je een tandje bij moet zetten, als een situatie daarom vraagt om verder te kunnen komen. Kortom gericht en proportioneel gebruik van je energie.

Het resultaat van dit experiment kan alle kanten op gaan— de natuur is tenslotte dynamisch en zeer creatief. Dit is het werkframe wat ik gebruik om mijn proces in banen te begeleiden. Maar, heb ik een te grote sprong gemaakt en val ik van de klif, of zit ik op de Sweet Spot en is dit de juiste uitdaging om op nieuw terrein te komen? Verder dan de bodem vallen is in ieder geval niet mogelijk en de kans op het ontdekken van nieuwe gebieden met onbekende exotische vruchten, is groot. Hoe dan ook, je kunt alleen nieuwe werelden verkennen wanneer je in beweging komt en jezelf in beweging zet… en dat heb ik gedaan!