De (Bijna) Reis Huiswaarts
– Leestijd 6 min –
“Als dit universum in zijn miljoenvoudige orde en precisie het resultaat van een blind toeval zou zijn, dan is dat net zo geloofwaardig als wanneer een drukkerij explodeert en alle druklettertjes weer op de grond terecht komen in de voltooide en foutloze vorm van het woordenboek.”
Albert Einstein
Na vijf volle dagen in de levendige, bruisende stad, groeit het verlangen om de rust weer op te zoeken en op pad te gaan. De ontmoetingen en belevingen zijn boven verwachting geweest en ik heb de spirit er lekker in zitten. Halverwege de ochtend, laat ik de stadsgrens achter me en trek langs de Vecht naar het noorden. Door Utrecht bij mijn reis te betrekken, is het Pelgrimspad letterlijk en figuurlijk links van mijn komen te liggen. Een kort onderzoek naar alternatieve routes, levert het Waterliniepad op. Een route langs de water- en militaire verdedigingswerken van Amsterdam.
Een bijkomend voordeel is dat zo’n drie dagen duurt om via deze route Amsterdam te bereiken– een welkom intermezzo voor ik de drukte van de volgende stad in trek en het geeft wat tijd om experts te contacten. In twee dagen loop ik naar Nederhorst Den Berg en over een beeldig pad, dwars door de Ankeveensche Plassen, trek ik richting het oosten en de bossen van Naarden en Bussum, waar ik op het Franschekamp kampeer – een oud kamp waar vroeger de minderfortuinlijke Amsterdammers hun zomer doorbrachten – en breng ik een bezoek aan de Vesting van Naarden.
In mijn uitreik naar beweeg- en zorgspecialisten in Amsterdam, ben ik selectiever te werk gegaan ten opzichte van de voorgaande steden en heb ik de yoga studio’s bewust niet aangeschreven. Of het nu ligt aan mijn mail, de timing, de mentaliteit in Amsterdam, de werkdruk, of andere aardse- of buitenaardse invloeden, mijn vraag levert maar één enthousiast contact op. Dit zet mij aan het denken.
Hoewel Purmerend, met een van de beste OV verbindingen van het land aan Amsterdam is verbonden en vele Purmerenders ex-Amsterdammers zijn en visa versa, ben ik nooit zo warmgelopen voor de stad. Het initiële plan, om via de kanalen, dwars door Amsterdam naar Purmerend te lopen, begint al snel in populariteit af te nemen. Daarnaast groeit de behoefte om in de slotfase van mijn trip, nog even op mijzelf te zijn en de vrije natuur op te zoeken. Goed, het is besloten: ik trek westwaarts om Amsterdam heen en zoek mijn eigen weg naar huis.
Nu ik zo dicht bij huis ben, bekruipt het gevoel van heimwee mij zo nu en dan en spelen er in mijn hoofd al scenario’s af van mijn thuiskomst. Ik ken dit gevoel nog goed van vroeger, dat ik als jong jochie, huilend bij mijn ouders in de caravan kwam liggen, omdat ik thuis miste. Nu, jaren later, herken ik het weer en probeer ik te achterhalen waar dit gevoel vandaan komt.
Wat mis ik echt aan ’thuis’? Het is niet perse mijn woning, hoewel het gemak en de comfort prettig zijn; de sfeer van de stad mis ik eveneens. Nee, het zijn mijn vrienden en familie waar ik naar hunker. Toch ook, hoe moeilijk het ook is, probeer ik mijn staat van zijn en geluk, onafhankelijk te maken van factoren buiten mij– zowel materialistisch, menselijk, of dierlijk. Want, hoewel ik diepe en warme gevoelens koester voor vele om mij heen en ik ze nooit wil missen, zijn zij net als ik, onderhevig aan verandering en nooit voor eeuwig. Dus, verweef ik mijn gevoel van zijn met die van een ander (of iets anders), dan heeft die (of dat) ander, de macht om mij gevoel te beïnvloeden en mij uit balans te bewegen als we elkaar verliezen, vergeten, of anders.
Het dichtste wat ik bij huis kom, is de Gaasper Camping, op nog geen 28km van mijn voordeur. Die dag ben ik vanaf het Fransche Kamp, langs het Groote Meer naar Muiderberg gelopen en sta ik aan de rand van het IJmeer. Ik hoopte vanaf het pad over de dijk een weids uitzicht te hebben over het water, maar helaas staat er een hoge rij bomen op de kade, die het zicht belemmeren. Gelukkig neemt de begroeiing geleidelijk af naarmate ik verder naar Muiden wandel. Met het kasteel al in zicht, loop ik de hele dijk af, tot ik op een door mens gemaakte barrière stuit. De dijk is hier niet van aarde, maar een stenen bouwwerk met schuine hellingen en een klein torentje in het midden. Deze constructie is speciaal ontworpen, zodat het haast onmogelijk is om langs te komen– daar ondervind ik aan den lijve, als ik een paar meters op handen en knieën naar de overkant probeer te schuiven. Dan maar omlopen!
“Het geluk behoort aan hen, die aan zichzelf genoeg hebben.”
Aristoteles
Vinkeveense Plassen
Vanaf de Gaasperplas, trek ik via Abcoude en De Gein, zuidelijk naar de Vinkeveense Plassen. Een schitterende route, waar de bedrijvigheid van ‘de grote stad’, een stuk verder weg lijkt dan het daadwerkelijk is. Vlak voor Abcoude, stuit ik, door een bordje eieren te koop en daaronder een bordje yoga, op weer een onverwachte en zeer gezellige ontmoeting met Edo en Nadia. Onder het genot van een heerlijk kopje koffie, praten we over de gekte van de samenleving en het gemis van anarchie, om de noodzaak van verandering meer kracht bij te zetten. Als het tijd wordt voor de lunch, krijg ik het aanbod om mee te eten – wat ik graag aanneem – en we smullen van een lux en smakelijke verzameling van kaas, worst, gebakken tomaat met mozzarella en rustiek brood. Ik krijg het advies mee, om bij camping Swier te gaan kijken en als dat niet bevalt, is er nog de De 80 Morgen.
Camping Swier blijkt bij aankomst geen camping te zijn, maar een boothuisjes park, waar de welbedeelden van de samenleving zijn ‘hippe’ watervakantie viert– geen plek voor mij, dus op naar De 80 Morgen. Oei, ook dit ziet eruit als een terrein met vaste huisjes. Ik bel aan bij de beheerder en hij bevestigd mijn vermoeden: “Wij zijn geen camping en hebben alleen vaste plekken. En daarbij, zal je in de directe omgeving ook geen camping meer vinden.” Owjee, en nu. “Maar misschien hebben we wel wat voor je.” Het geluk lacht mij toe. Ze blijken sinds kort een nieuw concept te hebben opgezet: Thuinhotel Tralala. Het oude deel van het terrein is door de coronamaatregelen gesloten en daarmee de ideale plek om mijn tent op te zetten. Het had zo moeten zijn. Aan het eind van de middag zwem ik een flink stuk de plas op; eet een lichte maaltijd; en in de avond stap ik op een sub en peddel naar een eilandje, waar ik tot diep in de nacht naar de sterrenhemel kijk.
Uithoorn & Westeinde
Na een hemelse nacht en verblijf bij Tralala en een spetterende zomer ochtend, ga ik fluitend en genietend weer op pad. Vandaag loop ik voornamelijk langs het water van de Oude Waver die uitmond in de Amstel. Ik sta regelmatig even stil om van de natuur te genieten en neem een lange middagpauze in de schaduw, en kijk ik met mijn verrekijker naar een oude Spitfire, die met escorte richting Amsterdam vliegt. De uren van de dag tikken vlot voorbij, maar zelf vorder ik beduidend minder snel.
Het tempo en de afstanden zijn aanzienlijk afgenomen in het laatste deel van mijn trip. Mijn lichaam is het reizen een beetje moe aan het worden en het geeft mij meer tijd om rustig aan op te starten, langer ergens stil te staan onderweg en meer tijd om aan het eind van de dag iets te ondernemen in de omgeving van de camping. Hoewel ik voor de avond een camping op het oog heb, hoop ik onderweg een slaapplek bij iemand in de tuin te kunnen bemachtigen. Zo hoef ik niet meer dan 20km te lopen en zuidwaarts om de Westeinderplassen heen te trekken. Want, hoewel ik nog een tijdje wil reizen en ik me verder behoorlijk goed voel, staat het vooruitzicht om verder naar het zuiden af te dalen, mij toch niet zo aan.
Ik loop langzaam, maar ik loop niet achteruit.
Abraham Lincoln
Mijn blijdschap is groot wanneer mijn voorspoed stand blijkt te houden! Op de Amsteldijk bij Uithoorn, spreek ik twee mannen aan en vraag of ze mij een slaapplek kunnen bieden. Hoewel het voor beide niet mogelijk is, verwijzen ze mij naar een buurman met een grote tuin. Na me te hebben geïntroduceerd en de situatie hebben voorgelegd, is Frank zo vrij om mij in zijn tuin en huis toe te laten– het bestaat nog: onvolwaardige gastvrijheid voor een eenzame reiziger.
De Kwakel & Westeinderplassen
Nu ik een paar dagen minder lange afstanden heb hoeven afleggen en mijn gevoel weer warm loopt om nog even onderweg te zijn, besluit ik zoveel mogelijk op de dag zelf te bepalen wat het plan voor die dag gaat worden– vandaag: voorbij Rijsenhout naar de westkant van de Westeinderplas naar camping Westereind.
Ik ben nog maar een paar kilometer onderweg, als ik een bekend beeld tegen kom. Hoewel ik hier nog nooit van mijn leven ben geweest, herken ik de plek aan een foto die Maartje, een vriendin van een goede maat van mij, heeft laten zien. Het is de locatie van Poldersport De Kwakel en Maartje werkt hier in de zomer en begeleid groepen langs de verschillende obstakels. Ik loop het terrein op, zie ook de camper van Maartje geparkeerd staan en een tel later, spot ik haar met een groep mensen in de wei, bij een fietsonderdeel– die gaan we eens verrassen!
In eerste instantie loopt ze, meer geconcentreerd op de groep, vlak langs me heen zonder me te herkennen. Pas in haar pauze ziet ze mij op het terras zitten en staat verbaasd van het toeval. We praten haar pauze vol, waarna zij weer door moet met de groep en ik mijn etappe hervat.
“Toeval is logisch.”
Johan Cruijf
Een klein stukje verderop, onderbreek ik mijn wandeling alweer. Nu is het voor een uithangbord met: garage sale. Ik stap de schuur binnen en wordt gegroet door Henny, een hartelijke man. Ik krijg rustig de tijd om rond te neuzen en hoewel ik er op het eerste oog niks tussen zie wat mijn interesse wekt, valt mijn blik op een stel modelhoutbewerkingsmachines. Ik heb wel eens eerder over iets van houtbewerking of meubel maken nagedacht en er beginnen direct allerlei ideeën naar boven te borrelen. Ik heb plezier om met mijn handen te werken en fysiotherapie geeft mij veel voldoening. Toch kun je het resultaat van een behandeling niet direct zien en vasthouden– wat wel mogelijk is, wanneer met met materie zoals hout werkt.
Ook zie ik een mooie anatomische tekening van ene B. Picard hangen en twee natuurtekeningen van dieren. Ik vraag Hennie naar de prijzen en met de afspraak dat ik er even over na zal denken, loop ik verder via Aalsmeer, naar het pondje waar ik oversteek naar Rijsenhout. De camping waar ik terecht kom, is duidelijk niet ingesteld op kortkampeerders en ik heb een matig plekje op een grasveldje tussen de stacaravans.
Gelukkig is het goed weer en ligt de camping vlak aan het water, waar ook nog eens een stijger met picknicktafel staat. Mijn avondeten en zwembenodigdheden gaan in de tas en ik blijf aan het water tot het te koud wordt; ik rol me in mijn slaapzak; en lees tot ik moe ben en in slaap val.
Morgen komen de duinen en de kust weer binnen bereik– ik kijk ernaar uit om het strand op te stappen en het zand tussen mijn tenen te voelen.